De ochtendthee |
Zondag 2 december ’12 .
Na een regenachtige dag is het vandaag weer volop zon.
Gisteren druk geweest met huishouden, wassen en inkopen gedaan. Heerlijke
kruiden gekocht om een mooi stoofgerecht mee te maken, dat we vandaag hebben
opgesmikkeld. Verder de voorraad aangevuld zodat we een paar dagen vooruit
kunnen met eten en drinken. Vooral drinkwater moeten we hebben en wat lekkere
sapjes. Alcohol is hier niet te krijgen, dat wisten we tevoren. Wel heerlijke
mint voor thee en andere verse kruiden.
Vanmorgen kwam de campingbaas aan met een kopje
gezoete thee. Een kruidenaftreksel van citroen en mint. Het wordt vol zwier
voor ons ingeschonken. Een leuke geste van de camping.
We zijn naar Volubilis gereden. Dit is een oude Romeinse
stad geweest (3de eeuw voor Chr. tot 40n Chr.) met een Forum
Romanum, een Basilica voor politieke doeleinden en een ontmoetingsplaats, de
Markt en een Capitool waar de openbare riten ter ere van Jupiter, Juno en
Minerva werden verricht. De beschaving was hoog. De hammans werden verwarmd
door een ondergronds stelsel van buizen. Er waren badhuizen, waar men vertoefde
en alle service kreeg in de bibliotheek. (een eufemisme voor een hoerenkast).
Er zijn aquaducten, ovens, olijfolie persen, een afvoer stelsel en winkels. Een
echte stad dus, helaas verwoest door een aardbeving en omdat de keizer van
Meknes de tegels van de muren sloop voor zijn eigen paleis. Wel zijn er nog
schitterende tegelvloeren te zien die open en bloot in de zon liggen. Het is de
bedoeling een en ander tzt te overkappen om het beter te conserveren. Als je
daar rondloopt krijg je een idee van vroegere tijd, heel lang geleden. En
overal is te zien dat er overvloed was. Er werd gegeten en genoten,
het leven was immers kort. Om niet te dik te worden waren er kots plaatsen met
een afvoer en dan kon men weer opnieuw beginnen met eten.
Mozaík vloeren. |
Het Capitool |
De stad Volubilis ligt boven op een heuvel en je hebt een prachtig
uitzicht op de omgeving. We zien Moulay Idriss ook gebouwd op twee heuvels aan de
overzijde. Dat wordt dan onze volgende stop.
We parkeren de auto en worden meteen gewezen naar de top van
de berg. Heel veel trappen op om naar 750 meter te klimmen. Boven gekomen
hebben we uitzicht over de stad, helaas is degene die ons de trap aanwees
meegekomen en doet zich voor als ongevraagde gids waar we niet meer vanaf
komen. We lopen trap op trap af en zien het groene pannendak van het mausoleum
dat schittert in de zon. Ook zien we de moskee en een ronde minaret, heel
ongebruikelijk in Marokko met groene tegels voorzien van koranverzen. We lopen door
een wirwar van smalle straatjes. De huizen zijn hoog tegen de berg aangebouwd,
of in de rots ingehouwen. We komen langs een bakker die diep in de
rots een oven heeft. De gids weet een plekje waar we in de moskee kunnen kijken
want die is niet toegankelijk voor niet-moslims. Uiteindelijk dalen we af en
naar enig discussie over zijn fooi, hij vroeg echt te veel, genieten we op een
terras van een kop koffie. Omdat de weg zo stijl is, zijn ezeltjes hier het
gebruikelijke vervoermiddel. Ze worden beladen met stenen, hout en allerlei
andere gebruiksvoorwerpen om naar boven te vervoeren. Soms is de lading zo
groot dat je medelijden krijgt met de beesten. Ook lopen ze trappen door de
medina en overal kom je uitwerpselen tegen. Na de koffie naar huis om te
lunchen. Het is al half twee geweest.
Daarna gaan we door naar Meknes. Een veel grotere stad met
een echt museum. We zetten de auto weg bij een autobewaker. Die heb je
hier overal waar je je auto maar wilt parkeren. Meestal kost je dat 10 Dirham.
We dwalen rond in de stad tot we bij het grote plein komen. Hier is volop
vertier van acrobaten, mensen die waren aanprijzen, van slangenhuiden tot
mysterieuze zalfjes. Maar ook wat fruit en snoep. Opeens staan we voor een
museum en besluiten naar binnen te gaan. Het is een voormalig paleis. Er
zijn prachtig bewerkte deuren van cederhout. Schitterend geverfde plafonds.
Mooi stucwerk en tegelwerk. Zowel van Spaanse komaf (Andalusië) als Marokkaans.
Natuurlijk worden we opgewacht door een gids, die ons wijst op wat in de vitrine
ligt. Mooie oude gouden sieraden voor een joods huwelijk, of de troon van de
sultan. Boven in het museum is de kamer van de sultan, waar hij verbleef met
vier harem dames. De Sultan zit op een stoel, de dames op de grond op kussens.
In een naastgelegen slaapkamer staan twee bedden. Een om te rusten en een voor
het “werk”. Verder is er een galerij waar je op de tuin en op de markt kunt
uitkijken. Beneden is er een hamman, nog in originele staat. Met een inzeep
ruimte en een wasruimte. In de ommuurde tuin is een muziek kamer. De sultan kan
dan met zijn dames op het balkon luisteren naar de gemaakte muziek.
Na het museum lopen we nog even de souk in. Het is er een
gekkenhuis en we besluiten naar de caravan te gaan. We zijn moe. Gelukkig staat
ons sudderpotje al op en is het eten dus klaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten